Geschiedenis van Keistad Amersfoort | Keientrekkers

Keientrekkers

Zo luidt de bijnaam van de Amersfoorters. Een naam waarvoor de inwoners van de stad zich lange tijd hebben geschaamd en die verwijst naar een van de vreemdste verhalen in de Nederlandse geschiedenis. Op het onderstaande anonieme 19de-eeuwse schilderij is het allemaal afgebeeld.

 

IJstijd

Eigenlijk was het verhaal van de kei een uit de hand gelopen grap. De jonkheer en dichter Everard Meyster was namelijk in 1661 met een paar vrienden een kroegweddenschap aangegaan: hij zou de Amersfoorters zo ver krijgen om een reusachtige steen de stad in te slepen. Deze kei was in de laatste ijstijd door het schuivende ijs opgestuwd en lag sindsdien op de Utrechtse Heuvelrug. De precieze plaats is niet zeker, maar waarschijnlijk lag de steen bij Soesterberg, ongeveer zes kilometer van het centrum van Amersfoort. Meyster wist zijn stadgenoten ervan te overtuigen de kei op een slee naar de Varkensmarkt te slepen, met de hulp van veel bier en krakelingen. Op het schilderij zien we de stoet de stad in komen, voorafgegaan door een onafzienbare mensenmenigte en vaandeldragers.

 

Spot

Het was geen makkelijk karweitje en één man verloor zelfs twee benen toen hij onder het gevaarte belandde, maar tenslotte stond de kei ter plaatse. Maar na een tijdje zagen de Amersfoorters hoe belachelijk ze zich hadden gedragen, vooral toen ze merkten hoe ze buiten de stad werden uitgelachen. Er verschenen allerlei spotdichten op de keitrekkers. Ook de aanstichter van het gebeuren, Everard Meyster, liet niet na erover te publiceren. Op last van het stadsbestuur werd het voorwerp van spot dan ook onder de Varkensmarkt begraven.

 

Doaristie!

In 1859 stuitten rioolwerkers op de steen, maar zij gooiden de straat weer dicht. Pas in 1903 werd de Kei door toedoen van de Oudheidkundige Vereniging Flehite opgegraven. De Varkensmarkt moest worden bestraat en er werd een wedstrijd uitgeschreven om de precieze plaats van de Kei te achterhalen. Niemand wist het, maar na een zoektocht van drie dagen en nachten vond ene Hendrik de Goede, bijgenaamd 'Spekkie', de steen. Zijn uitroep 'Doaristie!' is beroemd geworden. De teruggevonden steen stond eerst nog een tijdje voor het politiebureau aan de Utrechtseweg, maar sinds 1932 is de Kei te zien aan de Stadsring, bij de Arnhemseweg.

 

Nog eenmaal

Na de opgraving in 1903 besloten de Amersfoorters hun Kei nog eenmaal in triomf te 'trekken'. Twee mannen werden gekozen als Everard Meyster en Jacob van Campen, en een stoet met muziekkorpsen trok achter de steen aan door de stad. Een van de liederen die bij aankomst op de Utrechtseweg te horen was:

Komt trouwe burgers van Amersfoort,
Trekt den Kei nu waar hij behoort:
Spaart geen krachten op deez' schoonen dag,
Trekt die eeuwen hier begraven lag.
Allen te samen het touw aangevat,
Op nu trouwe burgers van de Keienstad."
 
 

Keistadfeesten

Steeds als er iets met de Kei moest gebeuren, zoals de verplaatsing in 1932, de nieuwe sokkel in 1954, werden feestelijkheden georganiseerd. Vanaf 1971 zijn er jaarlijks terugkerende Keistadfeesten. Aanvankelijk hoorde hier de ontvangst bij van een gastland, dat zelf een kei moest meebrengen. De cadeaustenen werden opgesteld naast de Amersfoortse Kei aan de Stadsring. Hoge kosten van de ontvangsten hebben aan deze grappige gewoonte in 1980 een eind gemaakt. De Keistadfeesten bleven: vijf dagen lang, compleet met historische optocht en bestorming van de Koppelpoort, taptoe, vlooienmarkt en boekenmarkt.